Wat is een hartritmestoornis?

Bij een hartritmestoornis, ook wel aritmie genoemd, klopt het hart onregelmatig, te snel of te langzaam. Er zijn veel verschillende soorten hartritmestoornissen, variërend van relatief onschuldig tot levensbedreigend. En daarmee verschilt ook de impact die de hartritmestoornis op het leven van de patiënt heeft. Waar de ene patiënt behoorlijk beperkt wordt door de hartritmestoornis, kan een ander, dankzij medicatie of een medische behandeling, een redelijk probleemloos leven leiden. Hieronder gaan we in op verschillende aspecten van hartritmestoornissen. We beginnen met een overzicht van de verschillende soorten.

Soorten Hartritmestoornissen

Atriumfibrilleren

Atriumfibrilleren (AF) wordt ook wel boezemfibrilleren genoemd (atrium=boezem). Dit is de meest voorkomende hartritmestoornis, vooral bij ouderen. Atriumfibrilleren wordt soms beschouwd als een onschuldige hartritmestoornis. Dat is niet helemaal terecht, want het geeft een verhoogd risico op een beroerte of hartfalen.

Bij een gezond hart ontstaan de elektrische prikkels vanuit één plek: de sinusknoop. Bij atriumfibrilleren ontstaan de elektrische prikkels niet alleen vanuit de sinusknoop, maar op meerdere plekken. Hierdoor trekken de boezems niet normaal samen en worden er meer prikkels doorgeven aan de kamers van het hart. Deze trekken dan sneller en onregelmatig samen.

Atriumflutter

Atriumflutter wordt ook wel boezemflutter of boezemfladderen genoemd. Bij atriumflutter trekken de boezems van het hart erg snel samen, ongeveer 300 keer per minuut. Het lijkt op atriumfibrilleren, maar het verschil is dat het ritme bij atriumfibrilleren chaotisch is, en bij atriumflutter is het ritme wel regelmatig, alleen extreem hoog. Atriumfibrilleren en atriumflutter kunnen in elkaar overgaan.

Ventrikeltachycardie

Bij ventrikeltachycardie (VT) is de hartslag regelmatig, maar veel sneller dan normaal (ventrikel=kamer, tachy=snel). Normaal is de hartslag in rust zo’n 60 tot 100 slagen per minuut. Dit ritme wordt bepaald door de sinusknoop in de rechterboezem van het hart. Bij ventrikeltachycardie ontstaan er ook prikkels vanaf andere plekken. Bij een aanval van ventrikeltachycardie kan de hartslag stijgen naar 100 tot 250 slagen per minuut. Dit kan enkele minuten tot meerdere uren duren. Ventrikeltachycardie kan soms overgaan in ventrikelfibrilleren.

Ventrikelfibrilleren

Ventrikelfibrilleren (VF) wordt ook wel kamerfibrilleren genoemd (ventrikel=kamer). Dit is een ernstige hartritmestoornis. De hartkamers worden snel en chaotisch geprikkeld, waardoor ze niet meer samentrekken.

Bij een normaal hartritme verspreidt de prikkel zich vanuit de rechterboezem naar de kamers. Echter, bij ventrikelfibrilleren bestaan er heel veel kleine elektrische stroompjes naast elkaar. Hierdoor kan het hart het bloed niet meer rondpompen, wat leidt tot een plotselinge stop van de bloedcirculatie en zuurstoftoevoer naar de weefsels. Dit is een levensbedreigende situatie die tot hartstilstand leidt.

Bradycardie

Bij bradycardie is de hartslag juist te laag (brady=langzaam). De hartslag is dan minder dan 50 slagen per minuut. Bradycardie hoeft niet altijd behandeld te worden. Bijvoorbeeld getrainde sporters kunnen in rust een erg lage hartslag hebben. Maar dit betekent niet dat bradycardie altijd onschuldig is! Het kan bijvoorbeeld ook veroorzaakt worden door een trage schildklierfunctie (hypothreoïdie), bepaalde medicijnen, een elektrolytenstoornis (een te lage waarde van kalium, natrium of calcium), slaapapneu, hartgeleidingsstoornissen, infecties of bijvoorbeeld een doorgemaakt hartinfarct of andere hartziekte. Bradycardie kan een probleem zijn als het gepaard gaat met symptomen zoals:

  • duizeligheid of licht gevoel in het hoofd
  • flauwvallen of bijna flauwvallen
  • kortademigheid
  • vermoeidheid of zwakte
  • pijn op de borst
  • verwarring of concentratieproblemen

Als de hartslag lager is dan 50 slagen per minuut en de persoon geen getrainde sporter is, kan dat een reden zijn om medische hulp te zoeken, vooral als dit gepaard gaat met de hierboven genoemde symptomen. Onbehandelde bradycardie kan leiden tot ernstige gevolgen, zoals hartfalen, plotselinge hartstilstand of een beroerte (door vorming van bloedstolsels).

AV-blok

Bij een normaal hartritme ontstaat er een elektrische prikkel in de sinusknoop in de rechterboezem. Van daaruit verspreidt de prikkel zich over beide boezems richting de AV-knoop. Hier wordt de prikkel kortdurend vastgehouden. Daarna verspreidt de prikkel zich over de hartkamers. Bij een AV-blok houdt de AV-knoop de elektrische prikkel langer vast dan normaal, waardoor het hartritme vertraagd wordt.

ANVRT

Bij een normaal hartritme gaan de elektrische prikkels van de boezems via de AV-knoop naar de kamers. Bij AVNRT laat de AV-knoop via een extra verbinding ook prikkels door van de kamers naar de boezems. De prikkels gaan rond in cirkels. Dat heet re-entry. Hierdoor ontstaat een snelle regelmatige hartslag.

Andere soorten hartritmestoornissen

Naast de hierboven beschreven hartritmestoornissen zijn er nog meer soorten, zoals bijvoorbeeld Brugada-syndroom,bundeltakblok, IST, lange QT-syndroom, Sick sinus syndroom en WPW-syndroom. Soms komen verschillende hartritmestoornissen in combinatie voor, waardoor het lastig kan zijn om te weten welke hartritmestoornis er actief is.

Meer informatie over hartritmestoornissen is bijvoorbeeld te vinden op de website van de Hartstichting.

Oorzaken van hartritmestoornissen

Hieronder staan de belangrijkste oorzaken van hartritmestoornissen. Er valt meteen op dat deze lijst lang en divers is. In de lijst staan zowel langdurige, continue factoren (zoals luchtvervuiling) als tijdelijke triggers (zoals voedingsmiddelen). Sommige zijn beïnvloedbaar (zoals leefstijl), andere zijn dat niet (zoals erfelijkheid). Dit maakt het lastig om grip te krijgen op de oorzaken bij een individuele patiënt.

  • ouderdom
  • erfelijke aanleg
  • hoge bloeddruk
  • een hartziekte, eerder doorgemaakt hartinfarct of eerdere hartoperatie
  • andere ziektes, zoals bijvoorbeeld schildklierafwijking
  • medicijnen
  • roken
  • drugs
  • alcohol
  • caffeïne
  • sommige voedingsmiddelen of toevoegingen
  • overgang/menopauze
  • zwangerschap of andere hormonale schommelingen
  • stress en sterke emoties, zoals schrikken, verdriet of ernstige nervositeit
  • luchtvervuiling

Symptomen van hartritmestoornissen

De symptomen kunnen variëren per patiënt en per ritmestoornis. Het kan zijn dat je altijd een afwijkend ritme hebt, of slechts af en toe. Een aanval kan dan bijvoorbeeld een paar uur duren, of na een paar minuten weer over zijn. En niet iedereen met een hartritmestoornis heeft dezelfde klachten. Sommige mensen hebben zelfs helemaal geen klachten.

De meest voorkomende symptomen zijn:

  • hartkloppingen, hartbonzen of hartoverslagen
  • snelle of juist langzame hartslag
  • een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, (bijna) flauwvallen
  • kortademigheid
  • een pijnlijk of drukkend gevoel op de borst
  • zweten
  • misselijkheid

Leven met een hartritmestoornis

Gezien de hierboven genoemde symptomen kun je je voorstellen dat een hartritmestoornis een behoorlijke impact op het dagelijks leven kan hebben. Deze impact is natuurlijk afhankelijk van de ernst en frequentie van de ritmestoornissen. En ook zal de ene patiënt er anders mee omgaan dan de andere. Over het algemeen hebben veel patiënten te kampen met vermoeidheid, waardoor ze hun leven wel moeten aanpassen aan de beperkte hoeveelheid energie. Ook kun je je voorstellen dat een hartritmestoornis een behoorlijke emotionele impact kan hebben. De wetenschap dat je hart niet regelmatig klopt, kan voor jezelf of je naasten tot angst en onrust zorgen. Wat ook weer impact heeft op je mentale gezondheid en je relaties, en dus weer op je hartritme.  

Behandelmethoden

Er zijn verschillende behandelmethoden voor hartritmestoornissen: medicatie, cardioversie, ablatie en pacemaker of ICD. Deze kunnen in combinatie ingezet worden.

Medicijnen

Medicijnen voor hartritmestoornissen zijn er in verschillende soorten. De meest voorkomende zijn bètablokkers, calciumblokkers en antistollingsmiddelen.

Bètablokkers verlagen de hartslag, de zuurstofbehoefte van het hart en de bloeddruk. Op deze manier ontlasten ze het hart. Calciumblokkers verslappen de spieren en verwijden de bloedvaten, zodat het bloed goed kan stromen. De bloeddruk wordt verlaagd en het hart hoeft hierdoor minder hard te werken.

Daarnaast worden soms antistollingsmiddelen (bloedverdunners) voorgeschreven, omdat hartritmestoornissen bloedstolsels kunnen veroorzaken. Antistollingsmiddelen zorgen er dan voor dat het bloed minder snel stolt, waardoor het risico op een stolsel (dat de bloedtoevoer naar het hart of de hersenen kan blokkeren) wordt verminderd.

Ablatie

Een ablatie is een behandeling die wordt toegepast wanneer medicijnen niet voldoende werken. Met een speciale katheter wordt het stukje hartweefsel dat hartritmestoornissen veroorzaakt verhit of bevroren. Hierdoor worden de hartritmestoornissen als het ware uitgeschakeld.

Cardioversie

Een cardioversie is eveneens behandeling die wordt toegepast om een onregelmatig hartritme om te zetten naar een normaal hartritme. Dit gebeurt door middel van een elektrische schok die via paddles of pleisters op de borst wordt toegediend, of door toediening van een medicijn (via een infuus).

Pacemaker

Een pacemaker is een elektronisch apparaatje dat onder de huid geplaatst wordt om het hartritme te regelen. Als het ritme afwijkt, geeft de pacemaker stroomstootjes af en trekt het hart weer samen in het juiste ritme.

 leven met een ICD of Pacemaker

ICD

ICD staat voor Implanteerbare Cardioverter-Defibrillator. Dit is een klein apparaatje dat onder de huid wordt aangebracht. Er zitten één, twee of drie draden aan die naar het hart gaan. Bij een levensbedreigende hartritmestoornis kan de ICD een elektroschok geven, waardoor het hart weer in een normaal ritme gaat kloppen.

Sekse- en genderverschillen

Hartritmestoornissen zijn op zich geen specifieke vrouwenhartziekte. Toch zijn er wel degelijk sekse- en genderverschillen. Van bijvoorbeeld atriumfibrilleren is bekend dat het zich bij vrouwen vaak anders uit dan bij mannen: vrouwen hebben meer symptomen die de kwaliteit van leven sterker negatief beïnvloeden. Het is nog niet duidelijk waar deze verschillen door veroorzaakt worden. Wel is bekend dat vrouwen meer risicofactoren hebben om atriumfibrilleren te ontwikkelen. Vrouwen hebben bijvoorbeeld vaker overgewicht, hypertensie (hoge bloeddruk) en hartklepaandoeningen. Het is nog onduidelijk of er ook man/vrouw-verschillen zijn in de elektrische geleiding. Hier wordt nader onderzoek naar gedaan. Verder is bekend dat vrouwen vaker dan mannen een beroerte krijgen doordat hun hartritmestoornis niet of niet voldoende behandeld is.

Zelf monitoren

Hartritmestoornissen komen waarschijnlijk vaker voor dan bekend is, onder andere doordat mensen zich er niet altijd van bewust zijn. Met alle gezondheidsrisico’s van dien, want onbehandelde hartritmestoornissen kunnen leiden tot ernstige hart- en vaatziekten. En het lastige is dat hartritmestoornissen ook niet altijd bij medische onderzoeken aan het licht komen, omdat ze op het moment van het onderzoek niet altijd actief zijn. Het kan daarom zinvol zijn om jezelf te monitoren. Sommige bloeddrukmeters hebben bijvoorbeeld een detectie voor onregelmatigheden in het hartritme. Ook smartwatches kunnen een hartritmestoornis detecteren. Zeker als je al enkele risicofactoren voor hartritmestoornissen hebt, is het aan te bevelen om met deze apparaten je hartslag te monitoren.

Moet ik naar de dokter?

Het is zeker aan te bevelen om naar de huisarts te gaan als je symptomen hebt die wijzen op een hartritmestoornis, als je bloeddrukmeter of smartwatch onregelmatigheden detecteert, of als je je gewoon zorgen maakt. Zoals hierboven is gebleken, kan een onbehandelde hartritmestoornis leiden tot ernstige hart- en vaatziekten. Liever het zekere voor het onzekere nemen dus.

Tekst: Annemiek Hutten (Het Vrouwenhart Spreekt) & Maxine Bosman (Heartbeats.nu)

Video: Hartstichting/Afbeeldingen: Mayo Clinic
Scroll naar boven